Direct door naar content

Hoe voorkom je een sportblessure?

Lekker hardlopen, zwemmen of een fanatiek potje voetbal. Wat voor sport je ook doet, het is goed voor je lijf en van sporten word je ook nog eens blij. Door intensief bewegen komt namelijk het gelukshormoon endorfine vrij. Maar als je helemaal opgaat in je sport kun je ook over je eigen grenzen heen gaan. En dat kan leiden tot sportblessures. En die kunnen ervoor zorgen dat je het sporten moet onderbreken of er zelfs helemaal mee moet stoppen.

In dit artikel lees je alles over sportblessures en hoe je ze het beste kan voorkomen en wat je moet doen als je toch onverhoopt een blessure krijgt.

Van sporten word je sterker

Als je van weinig bewegen naar veel bewegen gaat, worden je spieren langzamerhand sterker. Ook je botten en pezen worden steviger. En door meer te bewegen worden je gewrichten soepeler. Maar soms gaat er tijdens het sporten iets verkeerd of loop je te hard van stapel. Dan kun je een sportblessure krijgen.

Wat is een sportblessure?

Een sportblessure is een beschadiging aan je spieren, pezen, botten of gewrichten die je oploopt bij het sporten. Bijvoorbeeld als je een verkeerde beweging maakt en je gewricht in een rare hoek draait.

Hoe ontstaan blessures?

Blessures kunnen op allerlei manieren ontstaan. Bijvoorbeeld als je valt, of een verkeerde beweging maakt waardoor je een spier verrekt. Of je komt in botsing met een medesporter/ tegenstander tijdens een contactsport. Of je sport op hobbelige grond en verzwikt je enkel daardoor. Of bijvoorbeeld als je je krachtig afzet om te springen, dan kan er zweepslag optreden (een klein scheurtje in je kuitspier).

Maar sportblessures kunnen zich ook langzamer ontwikkelen. Doe je bijvoorbeeld veel aan hardlopen of sport je op harde grond zonder verende sportschoenen? Dat is erg belastend voor je knieën en schenen. Begin je van de ene op de andere dag met intensief sporten? Ook dat kan een klap zijn voor de pezen en spieren in je lichaam die nog ongetraind zijn.

Hoe voorkom je sportblessures?

Je hebt natuurlijk niet alles onder controle tijdens het sporten. Soms gebeuren er dingen die je niet kunt voorspellen. Maar als je de onderstaande tips opvolgt, kun je een hele hoop blessures voorkomen.

Bouw rustig op

Dit is voor iedereen belangrijk, maar extra belangrijk als je een periode weinig hebt bewogen: bouw je training langzaam op. Wil je te veel en te snel? Dan kun je je spieren overbelasten. Het kan handig zijn om gebruik te maken van trainingsschema’s of om je aan te melden bij een beginnersgroep van een sportclub.

Warming-up en cooling-down

Voordat je gaat sporten is het belangrijk om je spieren op te warmen. Je kunt bijvoorbeeld eerst een klein rondje rennen. Het gaat er vooral om dat je je lichamelijke activiteit geleidelijk opbouwt.

Klaar met sporten? Dan is het slim om nog wat afrondende oefeningen te doen, zoals rek- en strekoefeningen. Stop niet te abrupt, maar bouw rustig af. Zo heb je minder kans op spierpijn.

Herstellen tussen de trainingen

Het is verstandig om tussen je verschillende work-outs of trainingssessies rust te nemen, want je spieren hebben tijd nodig om te herstellen. In het begin kun je beter niet elke dag trainen, maar een dag of twee pauze inlassen. Ga je de volgende dag gelijk door? Dan kun je verrekte of gescheurde spieren oplopen (bijvoorbeeld zweepslag, een klein scheurtje in een spier, vaak in de kuit).

Goede sportuitrusting

Neem je eigen lichaam serieus en zorg voor een goede uitrusting. Als je gaat hardlopen, schaf dan goede hardloopschoenen aan met schokdemping. Als je een sport doet waar je bij kan vallen, bijvoorbeeld wielrennen of schaatsen, is het raadzaam om een helm en knie- en polsbeschermers te dragen. Op deze website kun je allerlei handige hulpmiddelen vinden, van braces tot bloeddrukmeters.

Krachttraining voor sterkere spieren

Wat voor sport je ook doet: stevige rug-, been- en buikspieren helpen je om de schokken op te vangen tijdens je work-out. Het algemeen trainen van je spieren kan blessures voorkomen.

Blijven bewegen

Als je eenmaal begint met sporten, is het goed om dat met regelmaat te blijven doen. Zo onderhoud je je spieren en blijf je fit en in goede conditie.

Toch een blessure?

Als je toch een blessure hebt, kan het helpen om hem te koelen met ijs of ijswater. Zo verzacht je de eerste zwelling. Het is belangrijk om dit direct na het oplopen van de blessure te doen, anders heeft het geen zin. Ook is het van belang om een thee- of handdoek tussen je huid en het ijs te doen. Als het koelen onaangenaam voelt, ga er dan niet mee door.

Bij sommige blessures is het zaak om zo snel mogelijk naar de huisarts of spoedeisende hulp te gaan, zoals bij het vermoeden van een botbreuk of gescheurde pees.

Om weer te herstellen van je blessure kan rusttijd goed zijn, maar in andere gevallen is het goed om juist in beweging te blijven. Als een sportblessure lang aanhoudt (zoals een ontsteking aan een pees), kun je naar een sportfysiotherapeut gaan, die je kan helpen met een plan om weer goed te genezen. 

Meer leren?

Wil je meer leren over wat je kan doen bij een sportblessure? Via deze website kun je je inschrijven voor een cursus waarbij je leert hulp te verlenen aan sporters en hoe je veelvoorkomende sportblessures behandelt.

Meer doen?

En wil je graag actief in het leven staan, maar kun je daar wel wat hulp bij gebruiken? Kijk hier hoe wij je kunnen helpen!

Terug naar overzicht
Terug naar overzicht

Heb je een vraag?

Bel met de Ledenservice

0314 - 357 430

Of stuur een e-mail

info@kruiswerk.nl

Gerelateerde dienst Gezondheidschecks Krant gemist? Lees online!